De modelvliegactiviteiten op
de vliegbasis Koksijde zijn begin jaren 60
ontstaan toen een aantal modelvliegers van de oorspronkelijke Club Luc
Mommer (CLM), gevestigd in Mellery,
Waals-Brabant, naar de kust kwamen op vakantie en de toelating
vroegen om op de vliegbasis hun sport te beoefenen. Eén van die
modelvliegers was Kapitein-Commandant Vlieger Jacques Lebeau, toenmalig
militair piloot in de 15de Wing en tevens mijn
oom. Hij heeft mij zowel het virus van de militaire luchtvaart als die van
de modelluchtvaartsport
doorgegeven... Reeds als kleine jongen van 7 jaar was het mijn
droom om militair piloot te worden en was ik al ijverig bezig met
vliegtuigmodelbouw, naar het voorbeeld van mijn oom, mijn idool. Maar de
eigenlijke grondlegger van de modelvliegactiviteiten in Koksijde was
Adjudant Willy Vanthomme, controleur luchtverkeer BKoks van 1954 tot 1984
en zelf fervent modelvlieger (helaas in 2012 overleden). Hij
bekwam de toelating van de Korpsoverste BKoks voor een lokale
afdeling van de CLM. De eerste foto's in mijn
bezit van modelvliegactiviteiten op de basis dateren van 1964, zie
verder. Willy Vanthomme zorgde voor de coördinatie tussen de CLM,
de operaties BKoks en de activiteiten van de West Aviation Club (WAC). Hij
zorgde er ook voor dat de veiligheidsdiensten
over een lijst beschikten om vlot toegang te verlenen aan de leden. De
vliegactiviteiten beperkten zich tot de ochtenden van zon- en
feestdagen, van 9u tot 12u (zoals nu nog steeds het
geval is).
In 1976 werd op de Basis Koksijde het eerste Europees Kampioenschap
gehouden voor radiobestuurde motorvliegtuigen, specialiteit kunstvlucht
(F3A).
De CLM richtte de wedstrijd in onder de auspiciën van de Koninklijke
Belgische Aero Club, met de hulp van de militaire
en gemeentelijke
overheden. Ik was daar aanwezig, als 17 jarige toeschouwer, net 3maanden
voor mijn inlijving als leerling-piloot bij de Belgische Luchtmacht.
In bijlage een
scan van de cover van het
programmablaadje.
Mijn opleiding tot piloot verliep vlot en aanvang 1979 werd ik toegewezen
aan het 31ste smaldeel te Kleine Brogel om op F-104G en later op F-16 te
vliegen (hier een link naar
mijn pilotencarrière). Ik was een veelbelovende jonge smaldeelpiloot, maar helaas werd
ik in de zomer van 1984 medisch ongeschikt verklaard als gevechtspiloot.
Méér nog, ik mocht helemaal niet meer alleen
vliegen en ik stond voor de
keuze: transport of helikopter. Ik koos voor helikopter, niet
omdat
transport mij niet interesseerde, maar heel bewust om één reden: de
mogelijkheid om in Koksijde aan modelvliegen te doen. Ik had immers enkele
weken voor het medisch verdict een 8ste plaats op het WK vliegende
schaalmodellen behaald, en de mogelijkheid om met modelvliegtuigen te
vliegen in Koksijde gaf me de kans om de teleurstelling van
mijn
vroegtijdige beëindiging als gevechtspiloot te compenseren door mijn
ambitie om ooit een wereldtitel te behalen in de modelvliegsport. Dus ik
koos voor mutatie naar Koksijde. Die viel toevallig één maand voor de
oppensioenstelling van Adjudant Vanthomme. Zodoende nam ik zijn taken over
als verantwoordelijke voor de CLM en kon ik mijn
ambities op gebied van de modelvliegsport ook effectief waarmaken, want ik
veroverde de felbegeerde
wereldtitel in 1988 en in 1990. Vele jaren later
zouden er nog twee wereldtitels volgen, namelijk in 2011 en 2013
en een vice wereldtitel in 2015. De laatste drie titels waren telkens op
de Jet World Masters.
In het voorjaar van 2000 werd mij vanuit de gemeente Koksijde gevraagd om
onze club in regel te stellen met de milieuwetgeving. De aanvraag voor een
milieuvergunning omvatte onder meer de toelating van de eigenaar van het
terrein (dus Defensie). Ten einde een concessie aan te
vragen vroeg ik om het gunstig
advies van de Korpsoverste BKoks die ik op 28 maart
2000 verkreeg. Ik
diende dan op 05 april 2000 een aanvraag concessie in bij de
bevoegde militaire instanties. Op 20 april kreeg ik het antwoord dat de aanvraag
ontvangen was en dat het voor advies was overgemaakt aan de betrokken
territoriale autoriteiten. De vergunning zou mij overgemaakt worden indien
gunstig, maar er is daar toen geen verder gevolg aan gegeven.
Op 28 mei 2012 hebben ambtenaren van het Directoraat-Generaal van de
Luchtvaart van FOD Mobiliteit (afgekort DGLV) tijdens een inspectie bij de
West Aviation Club (afgekortWAC) vastgesteld dat er ook met
modelvliegtuigen gevlogen werd op de vliegbasis Koksijde en dit zonder
machtiging van DGLV. Uiteraard wilden we de modelvliegactiviteiten
regulariseren maar we hadden niemand die zijn weg wist in wat leek op een
administratief doolhof. De WAC, met wie we een jarenlange
goede verstandhouding genieten, stelde voor om ons te helpen. Samen met de
voorzitter van de WAC trokken we naar DGLV om te bespreken welk stappenplan
daarvoor nodig was. Het oorspronkelijke idee was om de modelvliegclub te
integreren in de WAC, wat de administratieve rompslomp zou beperken,
aangezien er op het eerste zicht enkel kleine aanpassingen aan de bestaande
vergunningen nodig waren. Dit was echter complexer dan gedacht en vanuit
Defensie is daarop een negatief advies gekomen. Dit was slecht
nieuws en
een tegenslag voor de WAC die daar al veel werk in gestoken had.
Daarop volgde dan de aanbeveling van de toenmalige Korpsoverste BKoks om
een nieuwe aanvraag in te dienen als aparte modelvliegclub en zo snelmogelijk de nodige administratieve stappen te
zetten. Hij verzekerde ons dat er vanuit operationeel standpunt B Koks en
Comopsair geen negatief advies zou gegeven worden.
De volgende Korpsoverste
deelde ons mee dat hij ons op dezelfde manier zou steunen,
maar dat we onze vliegactiviteiten wel moesten opschorten tot alle
vergunningen in orde waren.
Op 03 november 2014 hielden we een oprichtingsvergadering voor de
Club Luc Mommer Koksijde vzw (afgekort CLMK). Met de toevoeging Koksijde
werd de naam van de club lichtjes aangepast om verwarring te vermijden met
de Waals-Brabantse club en de vorige feitelijke vereniging, terwijl toch
het eerbetoon aan de in bevolen luchtdienst gevallen Kapitein Vlieger Luc
Mommer behouden bleef (zie verder). Het doel van de CLMK
vzw is de
modelvliegsport te beoefenen binnen het wettelijk toegelaten kader, dus
met alle nodige vergunningen.
De samenwerking met de veiligheidsdiensten van BKoks en met de WAC is
smetteloos. In de zowat 50 jaar dat de club actief was op de basis, is er
nooit een incident geweest dat verder ging dan een beschadigd
modelvliegtuig. Er zijn ook nooit klachten geweest van
geluidshinder,
wellicht mede door het feit dat de activiteiten zich beperken tot enkele
uurtjes per week. Op voorstel van de luchtveiligheidsofficieren ATC
BKoks werd een nieuwe locatie toegewezen. Die locatie, het betonnen
platform ten zuiden van de startbaan 29-11 waar
vroeger de loods van het 40ste smaldeel stond, is in nagenoeg
alle opzichten beter dan de vorige locatie op de holding 11, en niet in het
minst voor de garantie van de vliegveiligheid.
De regularisatie van de modelvliegclub behelste heel wat formaliteiten.
Vaak hing de ene toelating af van de andere en
vice versa, een catch 22 als het ware, maar we verkregen van
iedere instantie de voorwaardelijke toelating te
waardoor we met alles in orde konden komen. Uiteindelijk verkregen we alle
nodige vergunningen: de milieuvergunning
afgeleverd door de gemeente Koksijde, de concessie
van Defensie, het
lidmaatschap bij de Vereniging voor Modelluchtvaart
(VML) en tenslotte de machtiging
van DGLV.
Een recente ontwikkeling is de gedeeltelijke (en misschien later zelfs de
volledige) herbestemming van de Basis Koksijde. Wij hadden aan de gemeente
Koksijde de vraag gesteld om rekening te houden
met onze modelvliegsport bij de opstelling van het masterplan. Daartoe
was ik op 03 december 2014 onze behoeften gaan toelichten bij de
verantwoordelijke dienst van het provinciebestuur van
West-Vlaanderen. De houding van
zowel de gemeente als de provincie was/is heel erg positief tegenover de
modelvliegsport inn het kader van de recreatieve
luchtvaart waarvoor er steeds plaats zal bestaan op de vliegbasis,
ongeacht de herbestemming. Ondertussen is het
masterplan gepubliceerd op
deze
website. Hieronder de
illustraties die eerder in de historiek vermeld werden.
|